Rubber wordt als sap gewonnen uit de bast van de rubberboom, maar rubber kan ook kunstmatig (synthetisch) worden bereid. Om rubber geschikt te maken voor gebruik (als elastiek, handschoenen, banden, schoenen etc) moeten de rubbermoleculen chemisch aan elkaar gekoppeld worden. Dit koppelen heet vulcaniseren en hiervoor zijn chemische stoffen nodig. Het betreft vooral “rubberversnellers”, die de vulcanisering ondersteunen en “anti-oxidantia”, die worden toegevoegd om veroudering en uitdroging van rubber tegen te gaan. Deze stoffen blijven in lage concentratie in rubberen voorwerpen aanwezig en kunnen hieruit vrijkomen, de huid binnendringen en allergische reacties veroorzaken.
Voorbeelden van rubberversnellers zijn de benzothiazolen (onder andere mercaptobenzothiazol of MBT), thiuram-verbindingen, carbamaten, guanidines en thioureum-verbindingen. Een anti-oxiderende stof in rubber, die allergie kan veroorzaken, is N-isopropyl-N-phenyl-p-phenyleendiamine of IPPD. Deze stoffen kunnen zowel in natuurlijk rubber als in synthetisch rubber voorkomen.
Wanneer mensen allergisch zijn voor latex-eiwit kunnen zij na contact met bijvoorbeeld operatiehandschoenen of condooms acute klachten van galbulten, zwellingen of benauwdheid krijgen en kunnen ze zelfs in shock raken. Dit is dus wat anders dan de allergie voor de toevoegingen aan rubber waar deze folder over gaat. Reacties hierop zijn in principe beperkt tot de huid en beginnen pas na uren op te treden.
In de volgende pruducten is de kans groot dat rubber verwerkt is:
Zwembad/recreatie: badmuts, zwenbril, zwemvliezen, wetsuits, badslippers, anti-slipmat, opblaasboten
Medisch: condoom, pessarium, prothesen, fopspeen, stethoscoopslang, catheterslangen, elastiekjes gebitsbeugel,
Schoeisel: laarzen, slippers, inlegzolen, teenstukjes, sportschoenen
Huishoudelijk: (huishoud)handschoenen, elastiekjes, vlakgom, rubber handgrepen (fiets etc), elastiek in kledingstukken, schuimrubber vullingen meubilair etc, tapijtbasis, ballonnen
Werkomgeving: handgrepen machines, transportbanden, auto- en fietsbanden, snelbinders
Sommige rubbertoevoegingen of daaraan verwante stoffen komen voor in lijmen, in bestrijdingsmiddelen of in bepaalde soorten verf (dit heeft niets te maken met latexverf).
Allergisch contacteczeem door rubbertoevoegingen uit zich meestal als een jeukende rode uitslag met schilfering. Soms kunnen er ook blaasjes of natte plekken ontstaan door rubberallergie. Door de vorm van de eczeemplekken en de plaats waar ze voorkomen kan gedacht worden aan rubber als oorzaak voor de allergie. (voeten> schoenen; onderbenen> regenlaarzen etc etc.) De regel is dat hoe langer het rubber in contact blijft met de huid, hoe groter de kans op het ontstaan van eczeemklachten door dat contact.
Bij een vastgestelde allergie moet blootstelling aan rubber natuurlijk vermeden worden. Soms is dat makkelijk, maar soms ook niet. Voor veel producten (handschoenen, handgrepen, schoenen etc zijn er producten met andere bestanddelen dan rubber gelukkig wel beschikbaar. Bij blootstelling aan rubber in de werkomgeving die moeilijk of niet te vermijden is, is overleg met de bedrijfsarts van belang.
gerelateerde onderwerpen
contactallergie
allergie algemeen
allergenenlijst
literatuur
Crepy MN: Rubber: new allergens and preventive measures. Eur J Dermatol. 2016 Dec 1;26(6):523-530
Zit je met vragen?
maak een afspraak in onze kliniek voor dermatologie.
Voor ingrepen, allergietesten, esthetische procedures,… is een voorafgaande consultatie noodzakelijk. U kan deze dus niet boeken via de online agenda. Hebt u echter al een consultatie hieromtrent gehad, dan kan u telefonisch verdere afspraken maken met ons secretariaat op 014/610.613.