Kattenallergie

Wat is kattenallergie?

Bij kattenallergie reageert het afweersysteem van het lichaam wanneer het in contact komt met kattenallergeen. Het belangrijkste allergeen bij de kat is het Fel d 1 eiwit. Dit eiwit wordt geproduceerd door de talgklieren in de kattenhuid.
Ook wordt Fel d 1 gevonden in het speeksel van de kat.

Wat zijn de verschijnselen?

Zodra het kattenallergeen in contact komt met de slijmvliezen van de persoon die allergisch is ontstaat een reactie van het afweersysteem. Door deze reactie komen histamine en andere ontstekingsbevorderende stoffen vrij. Wanneer de allergenen ‘landen’ op het neusslijmvlies ontstaat een branderig of jeukend gevoel en kunnen niesbuien en loopneuzen ontstaan. Wanneer het slijmvlies zodanig zwelt dat de afvoer van vocht uit de bijholten geblokkeerd raakt kan zelfs hoofdpijn ontstaan. Komen de allergenen lager in de luchtwegen terecht dan kunnen astmatische verschijnselen optreden. Jeukende, branderige en tranende ogen kunnen ontstaan als gevolg van het contact van het allergeen met het slijmvlies van de oogleden. Omdat het Fel d 1 allergeen ook in het speeksel van de kat voorkomt kan wanneer een kat de huid van een allergisch persoon heeft gelikt een lokale huidreactie ontstaan met roodheid en zwelling.
Zelfs wanneer een kat al langere tijd uit huis is kunnen klachten optreden omdat het allergeen toch lang blijft circuleren in de huisatmosfeer.

Wie krijgt het?

Allergie voor katten komt vrij veel voor en kan in principe op elke leeftijd ontstaan. De ernst van de klachten kan overigens ook sterk wisselen van persoon tot persoon. Bij sommige mensen met een kattenallergie zijn de verschijnselen zo mild dat zij een kat in huis kunnen verdragen. Anderen hebben zo’n heftige allergie dat blootstelling aan een zeer kleine hoeveelheid kattenallergeen leidt tot zeer heftige reacties.
Vaak wordt een allergie voor katten gecombineerd gezien met andere allergieen voor zoals huisstofmijtallergie en hooikoorts.

Hoe wordt de diagnose gesteld?

Er zijn twee manieren om vast te stellen of iemand allergie voor katten heeft.

* er kan bloed afgenomen worden waarin via de RAST-methode een allergie kan worden vastgesteld.
* een andere methode is de ‘priktest’ (intracutane allergietest) waarbij kleine hoeveelheden extract van de allergenen op de huid worden gedruppeld, waarna met een klein lancetje door de druppel heen een miniscuul gaatje in de huid wordt geprikt. Binnen een half uur ontstaat in het geval van een allergie een galbult-achtig kwaddeltje rond de prikplaats. Hoe groter de galbult, hoe sterker de allergie.

Hoe wordt kattenallergie behandeld?

De allergische klachten die door katten worden veroorzaakt zijn te onderdrukken met speciale medicijnen: antihistaminica. Antihistaminica voorkomen dat ontstekingsbevorderende stoffen, die voor de allergische klachten verantwoordelijk zijn, in de slijmvliezen worden losgelaten. De meest bekende zijn de antihistaminica in tabletvorm, maar er zijn ook antihistaminica in de vorm van oogdruppels. Dit soort medicijnen kunnen worden gebruikt bij incidentele blootstelling aan katten en zijn niet bedoeld om ongelimiteerd te gebruiken om de verschijnselen van een allergie tegen de eigen kat te onderdrukken…

Hoe kan een kattenallergie worden voorkomen?

In tegenstelling tot een allergie voor bijvoorbeeld huisstofmijt of stuifmeel van gras zijn kattenallergenen in principe te vermijden door geen kat als huisdier te nemen en bezoeken te mijden aan huizen waar een kat als huisdier wordt gehouden.
Mensen die (nog) geen kattenallergie hebben maar wel bekend zijn met een allergie voor andere luchtweg-allergenen doen er verstandig aan om niet te kiezen voor een kat als huisdier omdat zij een grotere kans hebben om alsnog een kattenallergie te ontwikkelen.

Hypoallergene katten

Sommige kattenrassen zouden minder van het Fel d 1 eiwit aanmaken dan de gemiddelde kat. Onder andere de Russische Blauwe en de Devon Rex zouden tot deze rassen behoren. Voor zover bekend zijn deze claims nog niet wetenschappelijk bewezen. Ook worden pogingen ondernomen om door specifiek fokken een kattenras te produceren dat geen Fel d 1 meer aanmaakt. Enkele jaren geleden heeft een Amerikaanse firma een dergelijke hypoallergene kat op de markt gebracht.


gerelateerde onderwerpen

allergie algemeen
overzichtspagina allergiën
speciale stofzuiger met HEPA filter
hondenallergie
hooikoorts
huisstofmijtallergie

literatuur
Stokholm J et al: Cat exposure in early life decreases asthma risk from the 17q21 high-risk variant. J Allergy Clin Immunol. 2017 Oct 14. pii: S0091-6749(17)31439-2

Maak een afspraak

Zit je met vragen?
maak een afspraak in onze kliniek voor dermatologie.

Volg ons op
Da Vinci Clinic
The Wellbeing Clinic

Hoe kunnen wij u helpen?